Afgelopen maandag is in onze regio de vaccinatieronde gestart voor BMR-DTP (9-jarigen) en HPV (13-jarigen).

Twijfel jij er wel eens aan of je er goed aan doet om je kind te laten vaccineren? Of heb je er nog nooit echt bij stil gestaan wat het effect van vaccinatie is op het lichaam? Vaccineer je je kind juist niet omdat er na een eerdere vaccinatie klachten zijn ontstaan? In dit artikel ga ik je uitleggen wat een vaccin in je lichaam doet en hoe deze verstoring van de gezondheid ongedaan gemaakt kan worden.

Een beetje vreemd is het eigenlijk wel. Je wil dat je kind gezond is en blijft en daarom ga je ze in laten spuiten met een vaccin. Een vaccin wat vaak niet maar 1 verzwakte ziekteverwekker bevat, maar soms wel 5 of meer verschillende. Dit is een situatie die ons lichaam in het echt nooit tegen zal komen, dat zoveel verschillende ziekteverwekkers door onze eerste barrières (huid en slijmvliezen) en ook nog door onze 2e barrière (het niet-specifiek immuunsysteem dat alles opruimt wat het tegenkomt) heen breken. Ons specifieke immuunsysteem dat aangesproken wordt bij een vaccinatie, wat het geheugen heeft voor ziekteverwekkers en zodoende de immuniteit verzorgt, is daar dan ook niet op ingericht, het kan slechts op 1 ziekteverwekker tegelijk reageren.

Nou snap ik het kweken van immuniteit tegen een ziekteverwekker door het inspuiten van een verzwakte vorm van de ziekteverwekker nog wel enigszins (mits het er 1 tegelijk zou zijn). Helaas bevatten vaccins daarnaast nog andere stoffen die er ofwel niet uit te filteren zijn (dierlijke eiwitten waarop de vaccins gekweekt worden, dit kan allergieën in de hand werken), ofwel nodig zijn voor het uitlokken van de reactie van het immuunsysteem of conserveren van het vaccin. Zo bevatten bovengenoemde vaccinaties onder andere aluminium (in DTP en HPV, aluminium staat er om bekend dat het in de hersenen opslaat en daar onder andere Alzheimer veroorzaakt), formaldehyde (wat in de meubelindustrie niet meer mag worden gebruikt omdat het kankerverwekkend zou zijn – in het DTP-vaccin) en neomycine (een antibioticum – in het BMR-vaccin).

Hierna de taak aan het lichaam van onze kinderen om dit te gaan opruimen – ontgiften dus. Als je kind dit goed kan, dan zal dat geen direct merkbare problemen geven. Maar is je kind al beperkt in zijn ontgiftingscapaciteit, dan kunnen korter of langer na een vaccinatie allerhande klachten ontstaan. Een sleutelrol bij deze ontgifting speelt het enzym Methallothioneïne. Methallothioneïne bevat 7 atomen zink in 1 molecuul. Zink komt niet veel voor in vlees, groentes, fruit of granen, maar met name in zeevoedsel zoals vis, garnalen, mosselen en oesters. Dit zijn nou niet echt de dingen die we onze kinderen vaak voorzetten, mede afgeschrikt door de zware metalenbelasting die in de grotere vissen als tonijn voorkomt. Niet vreemd dan ook dat de meeste Nederlanders een gebrek hebben aan zink. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een genetische aanleg waarbij minder methallothioneïne wordt aangemaakt, hier merk je niks van, tot er een beroep op wordt gedaan.

Methallothioneïne heeft vele functies in het lichaam, waarvan de belangrijkste is dat het zware metalen als aluminium en kwik ontgift. De toxische effecten van zware metalen in een lichaam met een verminderde functie van methallothioneïne kunnen groot zijn, door zowel de aanwezigheid van de metalen als doordat het Methallothioneïne opgebruikt wordt en zijn overige functies niet meer kan uitoefenen;

  • Methallothioneïne is onmisbaar bij de ontwikkeling van de hersenen/hersencellen en de volgroeiing van hersenen van kinderen
  • Het heeft een regulerende werking op het gedrag in de hippocampus (onderdeel van de hersenen)
  • Het is betrokken bij de emotionele ontwikkeling en socialisatie (amygdala)
  • Het regelt de zink en koper concentratie in het bloed. Een tekort leidt tot een hoog koper/laag zink verhouding en daardoor hopen zware metalen zich op in het lichaam.
  • Het is essentieel bij de ontwikkeling en werking van ons immuunsysteem. Methallothioneine levert zink aan de cel. Een zinkgebrek kan tot een verstoring van het immuunsysteem leiden. Het kan ook tot een verschrompeling van de thymus en lymfatisch weefsel leiden met als gevolg een ernstig verzwakt immuunsysteem bij infecties. Vaccineren op jonge leeftijd heeft invloed op de ontwikkeling van het immuunsysteem.
  • Het beschermt tegen overmatige groei van gist in de darmen (candida)
  • Het voorkomt ontstekingen in de darmen
  • Het is betrokken bij de maagzuurproductie
  • Het beïnvloedt de smaak en structuurwaarneming van het voedsel in de mond wat tot een eetprobleem kan leiden. Vaak zie je bij gebrek aan methallothoineïne dat kinderen een heel beperkt aantal dingen willen eten en moeite hebben met bepaalde structuren.

Door de vele diverse functies van Methallothioneïne is het niet vreemd dat er vanalles mis kan gaan in de ontwikkeling van een kind als er een gebrek aan dit eiwit is.

Meestal worden nieuw ontstane klachten niet aan de vaccinatie gelinkt, door de periode die er tussen zit, omdat ze geleidelijk ontstaan en omdat het niet zo bekend is wat vaccinaties met een lichaam doen. Ouders van kinderen die deze periode gevaccineerd worden, raad ik dan ook aan om erg alert te blijven ook op de langere termijn, om waar te nemen of er iets verandert in de gezondheid van hun kind. Mocht je kind ziek zijn, zelfs een verkoudheid, dan is het echt beter om niet te enten, je kind gaat dan nog sterker reageren op de enting.

Denk je dat er klachten bij je kind ontstaan zijn als gevolg van een vaccinatie of wil je dit voorkomen? Dat kan! Het tevoren en naderhand toedienen van de homeopathische verdunning van de desbetreffende vaccinatie kan voorkomen dat een vaccinatie blijvende gevolgen heeft. Zijn er al klachten ontstaan dan zorgt het toedienen van de homeopathische verdunning van het vaccin ervoor dat het lichaam de boel op gaat ruimen en de balans herstelt.

Wil je meer weten over het begeleiden en ontstoren van vaccinaties?

Vul dan hieronder het formulier in en ik neem zo snel mogelijk contact met je op!